Bij een slappe ondergrond kan verharding makkelijk wegzakken, het pakket van zand en stenen heeft ook een behoorlijk gewicht wat op slappe veengrond makkelijk wegzakt. Wat ook nog wel eens voorkomt is verlaging van het grondwaterpeil waardoor de bodem in zijn geheel kan inzakken. Grondsoorten die veel vocht kunnen opnemen kunnen in vorstperiodes uit zetten en bij het ontdooien weer inzakken waardoor de bestrating ongelijk weg kan zakken.
Vaak wordt er onder de verharding alleen straatzand gebruikt dat blijft over het algemeen prima op zijn plaats liggen. Als er veel regenwater op of langs de verharding stroomt kan het water het zand makkelijk weg spoelen waardoor de verharding ineens wegzakt, dit ontstaat soms ook na een flinke regenbui. Een andere oorzaak van stromend water is een lekkende regenpijp of afgebroken rioolbuis waardoor het zand in de afvoer kan wegspoelen.
Verzakking kan ook ontstaan door piekbelasting en een onvoldoende verdichte basis. Dit komt vaak voor bij een oprit waar de wielen steeds over het zelfde deel van de bestrating gaan en er spoorvorming ontstaat. Bij een te lichte of vergeten kantopsluiting gaan de stenen makkelijk schuiven waardoor er kieren tussen de stenen ontstaan, dit zie je ook in bochten waar veel zijwaartse kracht op de stenen wordt uitgeoefend.